Een klein vaarbewijs keuring is een medische keuring die in sommige gevallen verplicht is om een Klein Vaarbewijs te verkrijgen of te behouden. Het Klein Vaarbewijs is nodig om grotere en snellere pleziervaartuigen of beroepsvaartuigen op de binnenwateren in Nederland te mogen besturen.
De keuring richt zich op de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de schipper. Tijdens het onderzoek beoordeelt een erkende keuringsarts onder meer:
-
Gezichtsvermogen (inclusief kleurenzien en dieptezicht).
-
Algemene gezondheid (bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, suikerziekte of neurologische aandoeningen die de vaarveiligheid kunnen beïnvloeden).
-
Gebruik van medicijnen die invloed kunnen hebben op alertheid of reactievermogen.
De keuring is vooral verplicht voor het Klein Vaarbewijs II en wanneer iemand de leeftijd van 50 jaar of ouder bereikt. Vanaf dat moment moet periodiek opnieuw worden aangetoond dat men medisch geschikt is om te varen. De keuringsarts vult hiervoor een speciaal keuringsformulier in dat vervolgens wordt doorgestuurd naar het CBR, de instantie die de vaarbewijzen uitgeeft.
Een positieve keuring betekent dat de aanvrager veilig kan deelnemen aan het scheepvaartverkeer. Wordt iemand (tijdelijk) afgekeurd, dan kan vaak met aanvullende medische informatie of na behandeling alsnog goedkeuring worden verkregen.